dinsdag 31 augustus 2010

Boeken

Vandaag de eerste activiteit van de dag:

Een tentoonstelling van het werk van Irma Boom. in het huis van de "bijzondere collecties".

Toen ik binnentrad werden mijn angsten al gouw bevestigd. Een grote collectie van keurige modern vormgegeven boekjes. Met strakke lijntjes en kleurvlakjes. De zelfde kille, industriële meuk waarmee de moderne kunst van verzadigd is. Haar prijswinnende boek voor de Makro werdt trots ten tone gesteld. Voor zover ik kon zien was 't een prentenboekje vol met knipsels over de geschiedenis van het bedrijf. Ik zal wel gek en cultureel achterlijk zijn, maar ik vond er geen zak aan.


Telkens als ik dergelijk ontwerp aanzie krijg ik een kil en doods gevoel over mij heen. Er is geen leven, geen harmonie, geen ambacht. Het lijkt wel of modern ontwerp enkel gaat om originaliteit en steeds minder om estetiek. Door grappige grafische trucjes en druktechnische kunstjes te gebruiken wordt een prentenboekje tot "meesterwerk" gemaakt. Begrijp mij niet verkeerd: De vindingen zijn zeker grappig en geniaal. En ik zou het zeker zelf nooit bedacht hebben. Maar ondanks al die kunstjes blijft het papier dood, de letters en afbeeldingen blijven als grijze torenflats in een dor landschap van steriel papier roerloos staan.

Liever had ik naar de collectie van oude manuscripten gegaan in het zelfde gebouw. Verguist door de renaissance denkers als barbaars en "gotisch" en vandaag de dag lijkt ze enkel een curiositeit uit een duister en barbaars verleden. Verstoken van boekdrukkunst en strakke designprogramma's.

Voor mij getuigen deze documenten van iets dat wat mij betreft het hoogste goed vertegenwoordigd: Ambacht en kundigheid. Oog voor ritme en esthetiek.

De Luttrel Psalter is één van de mooiste voorbeelden van een hoog ontwikkelde vorm van het vervaardigen van verluchte manuscripten. Boeken die zijn gemaakt niet zozeer om origineel en geniaal te zijn, maar vooral om mooi te zijn. Om de lezer te plezieren. Elke pagina ademt leven. Vol imperfecties en beweging.

Beginnend blogger

Vandaag ben ik begonnen wat ik nooit voor mogelijk zou hebben gehouden: Ik heb een blog aangemaakt.
Mijn ongezouten mening over internetblogs is dat het met name een vorm is van hopeloos egocentrisme. Miljoenen mensen houden een blog bij over hun leven, hun rijzen of hersenspinsels. Met geluk volgen enkel vrienden en famillie deze blogs, aangezien de informatie op deze blogs totaal oninteressant is. Sommigen hopen met hun blog te worden ontdekt in hun genialiteit. Maar in de praktijk is internetbloggen net zo iets als het schijven van berichtjes op briefjes en die vervolgens in een bodemloze, lege put gooien. Totaal zinloos. Men kan beter een papieren dagboek met een slot erop gebruiken.

Het Mediacollege Amsterdam heeft mij echter opgedragen een blog bij te houden over wat ik al dan niet interessant vind in de wereld van de kunst en vormgeving. Ik wordt geacht al mijn inspiratiebronnen en impressies te posten in de blog. Deze dienen dan vervolgens samengevat te worden in een werkstuk waarin ik mijzelf presenteer door middel van het tonen van mijn inspiratiebronnen, maar niet door het tonen van mijzelf of mijn eigen werk. Enkel interpretatie.

Ik heb de blog "VERMICVLVS ET VLTRAMARINVS" Ofwel "Vermiljoen en ultramarijn". Naar de ouderwetse en zeer kostbare pigmenten. Ze geven mijn voorkeur voor oude kunsten weer, alsook mijn schijnbare tegenstellingen in intresses. Aan de ene kant de strijd voor vooruitgang, revolutie en socialisme, aan de andere kant de hang naar de romantiek van vroeger tijd.